• Na de zware financiële tegenwind van een jaar eerder had 2023 flink wat meevallers in petto voor je portemonnee.
  • Hogere spaarrentes, een positieve omslag op de huizenmarkt, stijgende aandelenkoersen en dalende prijzen van gas en stroom speelden huishoudens in de kaart.
  • Bekijk het jaaroverzicht van Blik op je Geld, de vaste rubriek van Business Insider in samenwerking met nieuwsapp Upday voor je persoonlijke financiën.

Het jaar 2023 pakt voor de portemonnee van veel Nederlanders een stuk gunstiger uit dan het crisisjaar 2022.

De inflatie is gedaald en de energiecrisis is duidelijk geluwd. Prijzen van gas en stroom zijn in twaalf maanden tijd gehalveerd en de milde wintermaanden van 2023 zorgen ervoor dat er niet al te hard gestookt hoeft te worden.

Op de huizenmarkt is de daling van huizenprijzen medio dit jaar tot stilstand gekomen en omgeslagen in een voorzichtige stijging. Ook hebben aandelenkoersen in 2023 de weg omhoog gevonden, na een beroerd beursjaar in 2022.

Een andere belangrijke meevaller is de combinatie van lagere inflatie en stijgende spaarrentes. Sinds enkele maanden is het voor het eerst in jaren weer mogelijk om met de spaarrente hoger uit te komen dan het niveau van de inflatie. Daarmee kan de koopkracht van spaargeld intact blijven.

Business Insider houdt, in samenwerking met nieuwsapp Upday, elke maand zeven prijzen bij die van belang zijn voor de waarde van je bezittingen en die je maandelijkse uitgaven beïnvloeden. Bekijk hieronder het jaaroverzicht van Blik op je Geld voor 2023.

Download hier de app voor Upday Nieuws


Huizenprijs: daling slaat om in een stijging

Bron: CBS
Bron: CBS

In 2023 vond wederom een omslag plaats in de ontwikkeling van de gemiddelde huizenprijs. Na een piek van huizenprijzen in augustus 2022 werd de eerste helft van 2023 getekend door een dalende trend. Halverwege het jaar is die echter omgeslagen en begonnen huizenprijzen op maandbasis weer te stijgen, zoals de bovenstaande grafiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek toont.

Op jaarbasis is er weliswaar nog steeds sprake van een daling, blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS. In november 2023 kwam gemiddelde huizenprijs 0,9 procent lager uit dan in november 2022. Maar ten opzichte van oktober is de gemiddelde huizenprijs met 0,5 procent gestegen.

De verwachting is dat de stijging van de huizenprijs doorzet en komend jaar weer op het piekniveau van halverwege 2022 komt, voorspellen onder meer economen van ING. De gemiddelde verkoopprijs piekte in augustus vorig jaar op 446.263 euro.

Lees ook: Huizenprijzen stijgen met 4,5% in 2024 en 2025, verwacht Rabobank – grootste prijsstijgingen voorzien in Groningen en Zeeland


Hypotheekrente: populairste rente schommelt tussen 4% en 5 %

De hypotheekrente is in 2023 in rustiger vaarwater terechtgekomen, nadat de gemiddelde rente voor 10 jaar vast in 2022 enorm steeg van rond de 1 procent naar zo'n 4 à 5 procent.

Dit jaar bleven de hypotheekrentes voor 10 jaar vast met en zonder NHG-verzekering rond dat niveau schommelen, zoals de bovenstaande grafiek met gegevens van financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep toont.

Te zien is dat de rentes vanaf januari min of meer tussen de 4 en 5 procent bleven hangen. Hoewel in november een scherpe daling is ingezet richting de ondergrens van die marge, als gevolg van een forse daling van de kapitaalmarktrentes die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de hypotheekrente.

In december kwamen de rentes voor 10 jaar vast met en zonder NHG uit op respectievelijk 4,03 en 4,49 procent. Volgens Van Bruggen Adviesgroep hanteren steeds meer geldverstrekkers een rente onder de 4 procent voor de populairste rentevaste periode van 10 jaar vast met NHG.

Hoe de hypotheekrente zich verder ontwikkelt is moeilijk te voorspellen. Van Bruggen Adviesgroep acht een daling van de gemiddelde rente voor 10 jaar vast met NHG naar 3,5 tot 4 procent het meest realistisch.

Lees ook: Hypotheekrente daalt maar blijft dat zo? Dit zijn 3 scenario’s voor 2024


Sparen: afscheid van nullijn en forse daling van de inflatie

In 2023 lijken de variabele spaarrentes voorlopig afscheid te hebben genomen van de nullijn nadat banken vanaf de tweede helft van afgelopen jaar hun rentes mondjesmaat begonnen op te schroeven. Jarenlang bivakkeerden spaarders rond het nulpunt, als het ging om rentes voor vrij opneembare spaarrekeningen.

De hoogste variabele spaarrente steeg van 0,06 procent in augustus 2022 naar 2,75 procent in oktober 2023. Belangrijker is misschien wel de kloof tussen de spaarrente en de inflatie, aangezien die iets zegt over de koopkracht van spaargeld.

In september 2022 gaapte er nog een enorm gat tussen de variabele spaarrente van destijds 1 procent en de torenhoge inflatie, die toen piekte op 14,5 procent. Daarna daalde de inflatie. In 2023 is de inflatie zelfs ónder de hoogste variabele spaarrente gedoken.

Dat gebeurde in september toen de inflatie naar 0,2 procent kelderde bij een hoogste variabele spaarrente van 2,75 procent. Inmiddels is de inflatie weer wat geklommen. Volgens de meest recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek waren goederen en diensten in november 1,6 procent duurder dan een jaar eerder.

Centrale banken lijken erin geslaagd de torenhoge inflatie als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de hoge energieprijzen te temmen. De verwachting is ook dat de inflatie verder afneemt, hoewel het nog te vroeg is om de vlag uit te hangen, schreef columnist Joost Derks op Business Insider.

Een stijging van de olieprijs en de loonontwikkeling in westerse landen kunnen bijvoorbeeld roet in het eten gooien.

De hoogste variabele spaarrente staat ondertussen al drie maanden op rij op 2,75 procent. Wie hogere rentes wil, moet zijn of haar geld langer vastzetten.

Dit jaar zijn ook meer Nederlanders hun geld bij buitenlandse banken gaan stallen, omdat die vaak hogere rentes bieden.

Lees ook: Infographic: met €50.000 sparen bij Nederlandse grootbank of een buitenlandse bank – dat scheelt al snel €600 per jaar


Beurs: een sterk jaar voor aandelen

Aandelenbeurzen kennen per saldo een uitstekend jaar in 2023, na de beroerde prestaties van 2022. De AEX-index boekte een koerswinst van 12 procent en beurzen in de Verenigde Staten presteerden veelal nog een stuk beter.

Bij het slot van het jaar werden met name de beurzen in de VS geholpen doordat de Amerikaanse centrale bank een verrassende omzwaai maakte bij het rentebeleid: voor 2024 is het devies niet langer dat rentes geruime tijd hoger zullen blijven, maar dat er een reeks renteverlagingen aan komt.

In de VS hebben beurzen recordstanden opgezocht, terwijl de AEX daar bijvoorbeeld nog een stukje vanaf zit. Maar per saldo sorteren beleggers voor op een uiterst zonnig scenario: lagere inflatie, lagere rentes en geen recessie in 2024.

Analisten lijken verdeelder dan ooit, met optimisten die blijvend mooi weer zien voor de beurs en pessimisten die waarschuwen dat er wel degelijk nog een recessie komt en dat aandelenmarkten kwetsbaar zijn voor een zware beurscrash in 2024.


Benzine en diesel: pieken en dalen

Prijzen van benzine en diesel zijn dit jaar flink op en neer gestuiterd, in lijn met de ontwikkelingen op de turbulente energiemarkten.

Landenclub OPEC probeerde in 2023 de olieprijzen op een relatief hoog niveau van 90 dollar per vat te houden met productiebeperkingen, maar het bleek lastig om die strategie succesvol door te voeren. Sommige leden van de OPEC wilden meer produceren dan afgesproken en daarnaast voerden olieproducenten in de VS hun productie fors op.

Spanningen in het Midden-Oosten hadden ook een wisselende invloed op olieprijzen, terwijl aan de vraagzijde met name het herstel van de Chinese economie enigszins tegenviel.

Kijk je door het jaar heen, dan resteert aan de pomp per saldo een gemengd beeld. Medio december noteerde de gemiddelde prijs voor een liter ongelode benzine op 1,89 euro en dat is 8 cent lager dan de gemiddelde prijs per 1 januari dit jaar.

Diesel is juist wat duurder geworden, met een gemiddelde prijs van 1,71 euro per liter medio december, tegen een 10 cent lagere prijs bij de start van het jaar.


Stroom: prijs bijna gehalveerd

Voor de energierekening was 2023 het jaar van het prijsplafond voor energie. De overheid wilde huishoudens beschermen tegen torenhoge prijzen voor stroom en gas. Daartoe werd bepaald dat je voor stroom maximaal 0,40 euro per kWh zou betalen en voor gas maximaal 1,45 euro per kuub.

Deze maximumprijzen werden verbonden aan een jaarverbruik dat niet hoger mocht zijn dan 2.900 kWh stroom en 1.200 kuub gas. Voor het verbruik boven deze volumes zou je de marktprijs van de energieleverancier betalen.

Per saldo is het prijsplafond alleen in de eerste vijf maanden van dit jaar nodig geweest ter bescherming tegen extreem hoge energieprijzen.

In de bovenstaande tabel zijn gemiddelde stroomprijzen weergegeven voor bestaande en nieuwe klanten, zoals bijgehouden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het gaat om tarieven inclusief de energiebelasting in de btw.

Te zien is dat de gemiddelde stroomprijs in januari op 0,67 euro per kWh lag en daarna is gedaald tot 0,40 euro per kWh in mei. Sindsdien zijn gemiddelde stroomprijzen onder het maximumtarief van het prijsplafond gebleven.

Tegelijk is het ook zo dat de daling sinds de zomer niet heeft doorgezet en dat gemiddelde stroomtarieven al een paar maanden rond de 0,35 euro per kWh liggen.


Gas: milde winter zorgt voor uitblijven prijspiek

De ontwikkeling van gasprijzen in 2023 is vergelijkbaar met de stroomprijzen. Ook hier lagen de prijzen in januari op de hoogste niveaus. Gemiddelde betaalde je 2,59 euro per kuub, inclusief btw en energiebelasting.

Voor de gasprijzen geldt dat de gemiddelde prijs voor bestaande en nieuwe klanten in de eerste helft van het jaar boven het maximum van het prijsplafond lag. Vanaf juli is de gasprijs onder het niveau van 1,45 euro per kuub gedoken.

Ook voor gemiddelde gasprijzen geldt dat die al een paar maanden redelijk stabiel zijn op niveaus van iets lager dan 1,30 euro per kuub.

Vanaf 2024 verdwijnt het prijsplafond en zijn marktprijzen van energieleveranciers weer leidend voor de energierekening.

Goed om te weten: de energiebelasting op gas gaat komend jaar omhoog, terwijl de belasting op stroom daalt. Voor gas moet je na de jaarwisseling 70,54 cent per kuub neertellen, inclusief btw. Dat is 11 cent per kuub meer dan dit jaar. De energiebelasting op stroom daarentegen gaat met 2,1 cent omlaag naar 13,16 cent per kWh.

Lees meer over geldzaken: